limits peter horning
limits peter horning
limits - adverteren
boulderen - gebiedsinfo
sportklimmen - gebiedsinfo
alpinisme - gebiedsinfo
interviews
archief
abonneren
je bent hier: limits > interviews > peter horning
peter horning - yip yoh!
tekst: frank sillen, fotografie: frank sillen
eigenlijk had dit een heel gewoon interview moeten worden met peter horning. kort na het nederlands kampioenschap vorig jaar zouden we naar zuid frankrijk gaan om foto’s te maken en het gesprek op band te zetten. helaas trok peter tijdens een training zijn ringbandje kapot en kon de reis niet door gaan. geen probleem, dacht ik, dan doen we het gewoon later in het jaar. maar peter is niet meer de klimmer die niets anders te doen heeft. peter wordt zakenman, want een klimhal staat gepland voor 1995. en dus ging een afspraak in november niet door vanwege afspraken met de bank, in december waren er gesprekken met de gemeente en in januari van dit jaar zouden we weer vertrekken maar werd hij genomineerd voor een aanmoedigingsprijs van de regio enschede. en dus ging ik er vanuit dat het gesprek ooit nog wel eens zou plaats vinden, maar wanneer...?
eind januari rinkelde de telefoon, zoals niet ongebruikelijk op de redactie. peter aan de lijn, of ik binnenkort tijd had, want hij kon tussen alle afspraken door toch nog een paar dagen weg. tien dagen weg uit regenachtig en koud nederland, zes klimdagen in zonovergoten frankrijk. waar we zouden gaan klimmen wisten we nog niet, russan, buoux, calanques, cimaï, we zouden wel zien. eerst maar eens zien waar we konden overnachten. peter had immers her en der nog wat kennissen in het zuiden. tijdens de tien uur durende zit namen we de mogelijkheden even één voor één door. yannick, peters broer, woonde helaas niet meer in de verdon. hij was naar chamonix verhuisd en dus geen alternatief om te overnachten. een aantal nichtjes van peter waren ook weg uit de omgeving van marseille, helaas. paulien, een kennis uit enschede en woonachtig in auriol, was toevallig net op bezoek in nederland. en ook al hield peter keer op keer vol dat ze op 1 december terug zou komen, de feiten waren anders. eén februari was paulien er weer, en tot die tijd hadden wij géén onderdak. maar, helder van geest, had peter een gidsje van alle formule 1 hotels bij zich. overigens bleek dit het enige gidsje dat in onze bagage verzeild was geraakt.
na veel slap ouwehoeren, junkfood en een stijve rug staan we uiteindelijk op de parkeerplaats van de formule 1 in aubagne. taktisch gelegen tussen cimaï, buoux, volx, en de calanques. de hemel is bewolkt en warm is ook anders, maar we zijn in zuid frankrijk, voor peter is het voor het eerst in vijftien maanden dat hij weer eens echt op rots kan klimmen.
vanavond gaan we maar niet stappen. ik snap de wereld niet meer. blijkt peter een weddenschap met agnes, zijn vriendin, te hebben lopen. hij zou een maand géén alcohol drinken. en hij moet nog twee dagen. maar daarna kan de beer los.
de ochtend komt veel te snel. het is buiten bewolkt, en vandaar dat we naar etoille noir vertrekken, een kleine steengroeve in de buurt van la ciotat. de vijftien maandige afwezigheid speelt peter nauwelijks parten, hij drukt die middag meteen een 7c+.
in januari ’94 werd je voor het eerst nederlands kampioen sportklimmen. maar hoe lang klim je eigenlijk al?
vanaf mijn tiende eigenlijk. toen ging ik al met mijn ouders op stap. eén keer per jaar gingen we naar dinant en omgeving, en dan in de zomer een beetje klimmen in de pyreneeën. heel af en toe eens naar fontainebleau.
stimuleerden je ouders het klimmen toen al?
ach, dat waren voor ons eigenlijk gewone uitstapjes, alsof je naar de efteling gaat. maar mijn ouders klommen vroeger al. mijn vader klom al als student. mijn ouders hebben elkaar ook klimmend ontmoet. en toen yannick en ik er eenmaal waren ging het klimmen gewoon door.
en yannick is niet echt gaan klimmen?
nee, en dat terwijl hij eigenlijk meer talent had dan ik.
vanaf wanneer ben je echt serieus gaan klimmen?
ik vind me eigenlijk pas het afgelopen jaar serieus. maar vanaf mijn zeventiende, toen ik naar de verdon ging, was ik verkocht voor het sportklimmen. daarvoor ging ik nog wel eens de alpen in. gevorderden cursusje hier, een zelfstandig tochtje daar, maar de verdon betekende een ommekeer.
is het een voordeel om al op je tiende te beginnen met klimmen?
oh ja, dat weet ik wel zeker! op die leeftijd leg je een goede technische basis. en techniek is het belangrijkste dat er is. dat verlies je later ook nooit. dat blijkt nu hier ook wel weer. vijftien maanden niet meer op rots klimmen en toch is de techniek er nog. de bewegingen gaan dan intuïtief.
de volgende dag dan paroi des toits, oftewel pete’s place. van afstand kun je al zien dat dit een perfect gebied is voor peter; er-komt-geen-eind-aan lange routes, mag-het ietsje-meer-zijn steile rots en tenslotte als-je-ze-vasthebt-laat-je-ze-niet-meer-los goede grepen. en dat met de middellandse zee op de achtergrond. volgens peter ligt om de hoek een van de bekendste naaktstranden van de cote d’azur. kan ik me goed voorstellen, naturisten zijn misschien wel bloot, maar blijkbaar nog lang niet gek!
peter komt goed in zijn ritme. na de warming up klimt hij een paar 7c’s en probeert een 8a on sight. peter knokt, ziet niet wat hij moet doen, klipt een setje in vanuit een beroerd lastige positie en valt vervolgens in het touw.
schijt! oh, wat schijt ik hier op!’ een scheldtirade, groter dan peter zelf galmt langs de wand. het blijkt niet de laatste emotionele woede uitbarsting van de komende weken te zijn, alleen blijkt peter behoorlijk creatief in het vinden van taalkundige vondsten om zijn ongenoegen wereldkundig te maken.
de volgende ochtend. rustdag. wat een planning; het is zwaar bewolkt. we wikkelen hetzelfde ritueel af zoals de voorgaande dagen, alleen in een trager tempo. rustig wakker worden, dan het dorp in, croissants en pain au chocolat halen bij de bakker, een grand creme in de kroeg en ter afsluiting en laxerende sigaret. peter regelt het optimaal, want als de natuur niet wil, moet je even meehelpen.
omdat het een rustdag is gaan we aansluitend winkelen in de auchan, een typisch centre commercial nabij aubagne. yip yoh! normaal is een rustdag erg saai, maar na een bakje kofÞe bij jibé tribout en thee bij francois dreyfus belanden we op de terrasjes van aix en provence. en dan merk je dat je je met peter geen minuut verveelt. de studenten in de stad geven aix zijn extra charme. als de zon dan eindelijk tevoorschijn komt zitten we eerste rang op het zoveelste terras. peters’ yip yoh’s zijn niet meer bij te houden.
terug in het hotel laat peter wederom zien dat hij niet alleen goed kan klimmen. binnen een paar minuten tovert hij een schandalig lekkere spaghetti carbonara op tafel. luierend op bed kijken we televisie. in nederland regent het, staan de dijken op springen en worden mensen geëvacueerd. we zijn hier dan wel om te werken, interviews en zo, maar realiseren ons dat dit soort werk niet echt een straf is!
de volgende ochtend zijn we er redelijk vroeg uit. na de eerste dagen voelde peter zich goed in vorm en vandaag wil hij wat moeilijks on sight proberen. hij is al lang niet meer in cimaï geweest en hoopt dat de licht overhangende wanden met kleine randjes hem nog liggen.
de hemel boven cimaï is strak blauw, de temperatuur ideaal, en toch zijn we alleen bij de rotsen! verdacht. waar zijn al die franse heavo’s? klimmen ze echt alleen nog maar op plastic grepen?
vind je het jammer dat er nu zoveel mensen op plastic klimmen?
oh nee, dat vind ik helemaal niet jammer. als al die mensen die nu klimmen ineens naar de rotsen zouden gaan, dan zou de lol er daar snel vanaf zijn. dan wordt het er veel te druk. bovendien wil ik met mijn klimhal nu juist mijn brood gaan verdienen, dus wat mij betreft kunnen er niet genoeg mensen indoor gaan klimmen.
is het fout dat er nu een hoop jonge klimmers beginnen in klimhallen?
ik weet niet of dat fout is. ik denk wél dat het beter is om in de rotsen te beginnen. zeker de eerste paar keren is het zó belangrijk dat je ervaring opdoet in de rotsen.
maar merk je een mentaliteitsverschil tussen de klimmers vroeger en nu?
ik denk dat de mensen die veel op plastic klimmen veel competitiegerichter bezig zijn. ze zijn volgens mij veel gemotiveerder. men wil nu beter zijn dan de ander.
ik denk dat de lol van het klimmen in de natuur vroeger belangrijker was. maar ik vind het klimmen op plastic ook leuk. ik vermaak me prima in een klimhal of thuis op mijn klimdak.
de warming up verloopt volgens plan, maar in energie douce 7b+ ljikt het even minder soepel te gaan. geen paniek echter, het is immers nog maar de voorbereiding op het echte werk. en bovendien, elie chevieux miste ook eerst een 7b on sight voordat hij meteen daarna liaisons dangereuses 8b wél on sight drukte. dus van paniek is bij peter nog geen sprake. nog even lekker ontspannen in het zonnetje, een müsli-reep en een peuk en dan op naar orange mecanique, een naar men zegt prachtige 8a. staat niet slecht, die route, áls je hem on sight klimt. maar na éénderde van de route komt peter in de problemen. de ene variant is voor hem op lengte en in de andere zitten te kleine grepen. weg is de droom van clockwork orange. paradis perdu blijkt op deze dag voor ons weinig paradijselijk en na nog een fotosessie lopen we gedesilusioneerd terug naar de auto.
‘schrijf maar op dat het zooo prachtige cimaï met zijn zooo mooie routes en schijt randjes mij gestolen kan worden!’ het leven van een klimmer valt niet mee...
de frustratie wordt weggespoeld op een terras in sanary. het uitzicht op de middellandse zee en de vele zeiljachten laat peter dromen.
‘daar wil ik over een paar jaar ook liggen, met zo’n gaaf elf meter jacht. lijkt me te gek. naar de calanques varen, wat klimmen, eens een keer naar corsica. ik denk dat ik daar maar eens voor ga werken.’
je zat al een aantal jaren dicht tegen het nederlandse kampioenschap aan, maar steeds was erik jacobs net iets beter. was dat frustrerend?
van de ene kant wel, maar van de andere kant vond ik erik toch altijd wel wat beter. erik was gewoon veel sterker. het stomme is, dat ik toen altijd wel tevreden was met een tweede plek.
dus dat competatieve tussen de klimmers van nu had jij toen niet naar erik?
oh, natuurlijk wel. wat denk je. ik wilde dolgraag winnen van erik. maar ik was wel zo realistisch dat ik wist dat wedstrijden over het algemeen toch op power beslist werden. en dan zou ik het toch aþeggen. maar op internationale wedstrijden bevoorbeeld kom ik vaak hoger dan erik. die routes tijdens world cups zijn gewoon ontzettend continu. en op dat vlak ben ik net iets beter. maar de nederlandse wedstrijden vroeger, dat was pure botte power!
en nu?
nu nog steeds. maar ik ben wat sterker geworden. maar het afgelopen n.k. had erik ook kunnen winnen. hij klom net zo hoog, en eigenlijk klom hij tot daar tien keer zo goed als ik! ik heb gewoon een keer een beetje geluk gehad. misschien heeft mijn zweethand op de laatste greep er wel voor gezorgt dat erik er af gleed. ik weet het niet.
de volgende dag in les goudes is van de beroerde dag van gisteren nog maar weinig te merken. omdat peter er al bijna alles geklommen heeft is on sight niet meer mogelijk.
vandaag komen we voor het eerst klimmers tegen bij de rots. en niet de minste. francois legrand is er samen met jerome rochelle en david chambre. maar de jongens zitten in een soort winterdip. francois is niet in vorm en te zwaar. vandaar waarschijnlijk dat hij in chandelle 7c+ drie pogingen nodig heeft tegenover peter twee. francois traint weinig de laatste tijd. en peter?
‘ik train ongeveer vier uur per dag, vijf dagen per week.’
hoe train je dan?
mijn trainingen bestaan voor 70% uit duurkracht, en 30% boulderen, maximaalkracht dus.
train je ook nog voor buiten of ben je alleen geconcentreerd op wedstrijden?
voor geen van beide, ik train voor de lol, omdat ik beter wil worden. in nederland zijn er ook te weinig wedstrijden. er komt wel en n.k., en die hallencompetitie tel ik niet mee. dat zijn rotpunkt wedstrijden, en dat vind ik maar niks. volgens mij is dat een verkeerde ontwikkeling in het sportklimmen. alle wedstrijden internationaal zijn on sight, zelfs het n.k.. en dan ga je rotpunkt wedstrijden organiseren? dat klopt toch niet. door die rotpunktwedstrijden krijg je van die specialisten. en als ze dan eens op een echte wedstrijd komen, gaan ze allemaal voor de bijl! behalve erik zelf misschien, die kan natuurlijk wél on sight klimmen op een hoog niveau.
maar je bereikt nu ook mensen op lagere niveaus. de drempel voor die mensen ligt nu een stuk lager om eens mee te doen.
maar dan kun je er toch ook een þash-wedstrijd van maken. die kun je toch ook in verschillende niveaus onderverdelen.
vind jij on sight klimmen dan ook belangrijker dan rotpunkt klimmen?
ik persoonlijk vind on sight klimmen puurder dan rotpunkt. rotpunkt is iets voor mensen die niet on sight kunnen klimmen. vroeger was ik ook een rotpunkt klimmer. maar ik heb me nu meer op het on sight klimmen toegelegd.
vanaf die tijd is je rotpunktniveau ook niet meer vooruit gegaan!
ik heb het ook niet meer geprobeerd. het kost ook te veel tijd om een moeilijke route uit te werken. vroeger zat ik zes of acht weken in de verdon. maar zoveel tijd heb ik nu niet meer. als ik nu één of twee weken weg ga, dan wil ik niet de hele tijd in dezelfde route hangen, daar is geen bal aan. dan maar on sight, of een 8a in een dag of dat soort geintjes. maar voor een 8b+ of 8c ben je misschien tien tot vijftien klimdagen kwijt.
maar volgens mij is de ontwikkeling voor het sportklimmen de competitie. daar hangt zoveel vanaf. zeker ook commerciëel. en die competitie is voor mij on sight klimmen. begin daar dan ook mee aan de basis, in de klimhallen.
maar is de commercie dan heilig?
ja, blijkbaar wel. van de ene kant hoeft het voor mij niet als ik puur als klimmer antwoord, maar van de andere kant moet ik het ook zakelijk bekijken, en dan zeg ik laat maar komen, vooral naar mijn klimhal!
kijk, als we de commercie weglaten dan zijn we weer terug bij af. gezellig buiten klimmen, maar of we dan beter af zijn?
ik denk dat de mens competitiegericht is, dat zie je in elke sport. ook vroeger wilde je beter zijn dan de anderen, en dat soort competitie hoeft ook niet negatief te zijn. bovendien motiveren wedstrijden om harder te trainen, en dus met als direkt gevolg vooruitgang. dat is toch prima!
de rustdagen blijken perfect gepland. telkens als de onderarmen moeten herstellen meldt de franse erwin krol dat het zwaar bewolkt zal zijn met af en toe een bui. pakken we de klimschoentjes uit dan blijkt de lucht blauw en het zonnetje aangenaam warm.
na een ietwat te lange wandeling vinden we eindelijk op vrijdag het nieuwe gebiedje oasis. legrand en co. vertelden dat dit een prachtig gebied is en de route waarderingen zitten in ons hoofd. routenamen weten we niet, wel was ons meegedeeld dat rechts van de kenmerkende spleet drie 6c’s zitten. en dus beginnen we met de route direkt rechts van de spleet. bljikt nog knap lastig te zijn, zeker om op te warmen. na later onderzoek blijkt die route als een 7b+ in de topo te staan. niet slecht van peter om daar on sight mee op te warmen.
de rest van de warming up verloopt zoals het hoort. nog een keer de 6c-7b+ omdat hij toch wel pompt, daarna de 7a+-spleet, die peter net zo moeilijk vindt als de eerste route en daarna altaïr, een 7b+ waarvan de naam op de rots staat.
peter wil nog iets moeilijks klimmen. de tijd dringt, morgen is onze laatste klimdag. hier in oasis zitten drie 7c+ routes op rij, en die wil peter één voor één proberen. de middelste blijkt erg lastig voor peter. een lengteprobleem, of ziet hij iets over het hoofd?
zonder te rusten probeert hij de rechter van de drie routes. alle bewegingen gaan goed, de route pompt wel op maar peter vecht door. maar dan, met de neus al bijna bij de ketting, is hij letterlijk en Þguurlijk de weg kwijt. weer niet on sight. peter baalt verschrikkelijk. volgens hem is de route niet eens 7c+. gewoon 7c en ontzettend stom dat hij hem niet heeft geklommen.
de laatste dan maar. in het begin weer goede grepen, een dakje en aansluitend kleine grepen in een licht overhangende wand. peter knokt voor wat hij waard is. hij rust in posities die herstellen eigenlijk niet toelaten. de onderarmen beginnen te branden. kleine traverse naar rechts, dan schuin naar links en bovenin nog een kruispas. de laatste haak. eindelijk, denk ik .ik probeer peter omhoog te schreeuwen. je kunt zien dat hij leeg is. drie 7c+ routes in een uur. en dan, terwijl ik al denk aan het feestje vanavond in die óóó zo gezellige kroeg in cassis, waar peter en ik waarschijnlijk wéér de enige klanten zullen zijn, dan opeens hangt hij weer in het touw. so close and so far away! eén 7c en één 7c+ op zo’n beetje de laatste greep gemist. tijdens een wedstrijd misschien voldoende om je voor een volgende ronde te plaatsen, maar hier buiten telt het niet.
onze laatste klimdag van deze trip. we hebben afgesproken met francois dreyfus, jibé, elie chevieux en jerome rochelle. een behoorlijk gehalte 8b-8c’ is dus bij les goudes verzamelt.
de bonenmaaltijd van gisteren heeft op peter zijn uitwerking niet gemist. de fransen kijken een beetje verbaast als peter het plateau weer in de zoveelste gaswolk hult. bovendien maakt men zich om zijn gezondheid ernstige zorgen. ik ben inmidels wel gewend aan zijn rochels, maar de anderen denken eerder aan een ernstige longziekte. volgens peter is er echter niets aan de hand, gewoon wat los slijm.
vandaag probeert peter les liaisons dangereuses, een 8b. maar de vorige dagen hebben teveel kracht gekost. de volgende keer dan maar. peter gefrustreerd? niet echt, wel een beetje teleurgesteld. maar dat is logisch, een topsporter wil immers zijn grenzen verleggen, en dat is tot op heden nog niet gelukt.
aan het eind van de middag wil hij een route klimmen die hij vier jaar geleden al eens geklommen heeft. het is la course des nuages, een 8a+. elie heeft de route een paar minuten eerder on sight geklommen.
peter klimt geconcentreerd. ook al heeft hij de route al eens geklommen, na vier jaar lijkt het meer þash dan wat anders. je weet immers wel waar de moeilijkheid zit, maar hoe het precies ging? het begin van de route gaat aardig, de sleutelpas verdacht soepel, maar dan. de laatste vijftien meter zijn op duur. vaak zie je daar nog mensen vallen. en peter heeft deze week al meer op de laatste meters gemist. peter knokt, rust waar mogelijk. elie zekert peter en ziet dat hij moe is. ‘allez, allez vas’y! go!’ ook de rest moedigt peter nu aan. ik maak de nodige foto’s en hoop dat het dit keer wel lukt. nog een beweging, weer dichter bij de ketting.
en dan eindelijk klipt hij de laatste. de laatste route deze week blijkt toch nog een succes. een 8a+, niet slecht, ook al had hij hem al eerder geklommen. als peter beneden is glinsteren zijn ogen. voldoening vanwege het kleine succesje.
je hebt bij de eerste wedstrijd in 1988 al een stijlprijs gewonnen. jij bent hét nederlandse paradepaardje wat betreft techniek!
ach, stijlprijzen zijn troostprijzen.
werk je niet aan je techniek?
nee. dat is gewoon mijn talent.
wat moeten de jonge klimmers nu doen om jou in te halen?
héél hard trainen.
kunnen nederlanders de achterstand ten opzichte van de fransen overbruggen door hard te trainen?
oh god, dan moet je toch wel al heel jong beginnen. casper ten sijthof heeft die mogelijkheden wel, denk ik. volgens mij kunnen dat soort jonge talenten internationaal best aan de top komen. ons gemis aan rotsen is wat dat betreft geen probleem. we hebben toch ook snowboarders die op wereldniveau presteren! en de sneeuw en bergen zijn in nederland ver te zoeken.
je moet gewoon als die fransen 80% op plastic trainen en af en toe de rots in.
zou je het zelf nu nog eens over willen doen op een andere manier?
ik ja, ik had vast op een hoger niveau kunnen zitten. nu ben ik 28 en heel gemotiveerd, een beetje te laat.
ben je jaloers als je nu die fransen tijdens world cups ziet. had je zelf niet in zo’n groepje willen zitten?
nee, waarom?
omdat je 8b+ klom maar niet verder kwam, terwijl dat er misschien best in had gezeten?
ach, toen was ik ook al 21. die fransen doen dat als ze 16 of 18 zijn. ik kwam toen toevallig een 8b+ (wet willie in de verdon, red.) tegen die me lag. ik heb er wel in meer gehangen, maar no way! ik had op mijn vijftiende al veel fanatieker moeten worden.
klim je nog wedstrijden om de eer?
nee, ik train en klim wedstrijden omdat ik dat leuk vind. eer en geld zijn voor mij niet belangrijk. volgens mij kun je alleen van klimmen leven in nederland als je een klimhal hebt, en dat ga ik nu dus ook doen!
vier dagen later zijn we weer samen op pad. dit keer niet op weg naar een zonnige klimrots maar naar chamonix. yannick, peter’s broer(tje!?) woont daar en is de dag vóór onze aankomst jarig. en die verjaardag moeten we, ook al is het achteraf, vieren. overdag skiën, de nederlandse kampioen sportklimmen kan ook op de lange latten zéér behoorlijk overweg, ’s avonds stappen in de kroegen waar yannick werkt. het werden vier dolle dagen. vooral in le brevent was het erg gezellig, je struikelt er over de zweden en de muziek is prima. een ander groot voordeel volgens peter is dat je van het bier daar helemaal niet zat wordt al drink je nog zoveel. volgens mijn waarnemingen blijkt die uitspraak niet helemaal juist. peters’ ogen worden namelijk evenredig de bierconsumptie kleiner. en de geest minder helder. de deur van discotheek ice rock slaat peter met een john wayne-zwaai open, de niets vermoedende erg brede uitsmijter verpletterend. de man blijft als aan zijn barkruk genageld zitten. waarschijnlijk dacht hij door zijn uitstraling de bezoekers zoveel ontzag in te boezemen dat dit soort gedrag onmogelijk is. maar hij kende peter nog niet!
even later kan peter zijn lol niet meer op. of ik ‘ik ,jan cremer’ ken. vooral het stuk waarin jan cremer pauzeert met een andere werker. volgens peter gaat die conversatie als volgt:
‘verdomme, alweer een boterham met pindakaas.’
‘nou, ik zou mijn vrouw wel wat anders vertellen.’
‘ja maar ik smeer mijn boterhammen zelf.’
peter komt niet meer bij. even later komt een meisje ons een ‘hot shot’ aanbieden, een drankje met véél alcohol. we slaan het aanbod af. daar zou je immers wél dronken van kunnen worden. volgens peter is chamonix echter wel yip yoh! en het wordt laat die nacht, misschien te laat. tijdens de terugreis de volgende dag slaapt peter bijna de hele weg. als we thuis aankomen moppelt hij:
‘zo, en nu ga ik me de komende weken voorbereiden op de nederlandse kamioenschappen!’
ben jij een rustig mens?
oh vast niet.
onze gebieds- informatie is aangepast. nu met rubrieken voor de boulderaar,
de sportklimmer en de alpinist. met een aantal artikelen in pdf-vorm, bijvoorbeeld
val di mello!!!
deze winter op pad? lees dan de nieuwe, gratis productbijlage dr.wintergear 2006.
je kunt hem hier alvast downloaden.
de gratis productbijlage dr.summergear 2006 behandelt alle nieuwe voor de zomer.
je kunt dr.summergear 2006 hier alvast downloaden.
© '94-'02 limits & www.climbing.nl all rights reserved
limits peter horning Précédent 653 Précédent 652 Précédent 651 Précédent 650 Précédent 649 Précédent 648 Précédent 647 Précédent 646 Précédent 645 Précédent 644 Précédent 643 Précédent 642 Précédent 641 Précédent 640 Précédent 639 Précédent 638 Précédent 637 Précédent 636 Précédent 635 Précédent 634 Précédent 633 Précédent 632 Précédent 631 Précédent 630 Précédent 629 Précédent 628 Précédent 627 Précédent 626 Précédent 625 Précédent 624 Suivant 655 Suivant 656 Suivant 657 Suivant 658 Suivant 659 Suivant 660 Suivant 661 Suivant 662 Suivant 663 Suivant 664 Suivant 665 Suivant 666 Suivant 667 Suivant 668 Suivant 669 Suivant 670 Suivant 671 Suivant 672 Suivant 673 Suivant 674 Suivant 675 Suivant 676 Suivant 677 Suivant 678 Suivant 679 Suivant 680 Suivant 681 Suivant 682 Suivant 683 Suivant 684